vrijdag 23 augustus 2013

Foto's bij Romilly-s-Seine Parijs













Donderdag 15 augustus / Romilly-s-Seine Parijs

Dag 48
Maria Hemelvaart

Om 7.30 uur zitten we met z'n vieren aan het ontbijt. De Vlaamse dames hebben géén overnachtingsadres kunnen vinden voor de komende nacht, tussen Anglure en Troyes. Ze worden door onze host weggebracht naar Clesles, waar vandaan het 'nog maar' 30 km lopen is naar Troyes. We worden uitgebreidt op de foto gezet en we nemen afscheid van de familie. Via asfaltwegen lopen we naar Romily-s-Seine.
 In St.Just-la-Sauvage is een bakker open. We kopen er een paar lekkere broodjes en twee blikjes fris en gebruiken deze 'elevensens' (iets wat je eet om 11 uur 's morgens), op een bankje vóór de patiserie-boulangerie.
We kruisen het kanaal van de Seine en de rivier de Seine, nemen nog een paar keer een korte pauze en lopen om 12.20 uur Romilly binnen. We zijn nét te laat bij het station voor de trein van 12.33 uur.
Terwijl Eline op de spullen past, loopt Lysan terug naar het centrum om fruit te kopen. We hadden gezien dat er markt was, maar tegen de tijd dat L er weer is, is alles al bijna opgeruimd. Gelukkig kan Lysan er nog 4 perziken en 4 abrikozen kopen, want de winkels zijn inderdaad gesloten.
 L haar benen zijn haast te moe om haar terug naar het station te brengen. Op pure wilskracht weet ze er te komen!
 In de stationshal picknicken we, terwijl we op de trein naar Parijs wachten. Gelukkig is er ook een frisdrankautomaat, want onze drankvoorraad raakt ook aardig uitgeput.
Het is lekker koel in de trein en we zijn in ruim 1 uur in Parijs. Daar kopen we een tweedaagse metro kaart zodat we niet te veel hoeven te lopen.In de metro is het vol en warm, maar onze hotelkamer is ruim en we hebben een douche en toilet op de kamer en ons raam komt uit op een ruime binnenplaats, dus het komt helemaal goed.
Zaterdags gaan we weer naar huis, na twee gezellige dagen in Parijs.
Wanneer de volgende etappe wordt gelopen en met wie, is nog onduidelijk, maar zodra ik meer weet meld ik me.

donderdag 22 augustus 2013

Foto's bij Allemanche












Woensdag 14 augustus / Allemanche

dag 47

Om 7 uur staat het ontbijt klaar, maar inpakken kan daarna. De zusters hebben, voor Franse begrippen, veel klaargezet: er staan 3 soorten kaas op tafel, vers stokbrood, boter, jam, sinaasappelsap, een thermoskan koffie en melk. De zusters spreken ons in het Duits en Frans aan en Lysan raakt hiervan zo in de war, dat ze in het Duits, Frans en Engels door elkaar terug praat. Ze spreekt dus Europees!
Na het ontbijt pakken we onze tassen in, nemen afscheid en gaan op pad.

We lopen nog even langs de mooie markthal en kopen bij de bakker een gesneden meergranenbrood en twee zoete broodjes. Voorraad voor twee dagen, want morgen is het weer eens een feestdag: Maria Hemelvaart, dus er is waarschijnlijk weer niets open.
We nemen de weg naar Vindey, Vin de Dieu volgens de nonnetjes. Het is een smalle rustige weg, die in het centrum van Vindey weer op de route uitkomt. We bewonderen de champagnefles, een prachtige oude, overdekte put, waar nog water in staat en we rusten even uit.
Dan gaan we naar Saudoy, waar een restaurant zou moeten zijn. Dat is er ook wel, maar zo als steeds gesloten. Het kerkje is ook dicht, maar we gaan even in de schaduw op een bankje zitten en eten een zoet broodje. We zien dat de Mairie open gaat en Lysan gaat daar, met toestemming van degene die de deur geopend heeft, even naar het toilet. Als we opstaan om te vertrekken, komen de Vlaamse dames er net aan.
Zij lossen ons af op het bankje.
Als we het dorpje uit lopen, hangt er een dikke tak met een klein soort pruimen over de weg. We plukken elk een handvol heerlijke rijpe, zoete, donkerblauwe pruimen en stoppen die in onze zak of heuptas.
Op weg naar de spoorlijn vliegt een groep van 6 patrijzen vlak voor ons omhoog. Later zien we nog een paar keer patrijzen opvliegen.
De Vlaamse dames halen ons weer in. Hun tempo ligt duidelijk hoger dan dat van ons, maar ook zij rusten zo nu en dan uit in de schaduw van een boom of struik. Het is namelijk behoorlijk warm en er is heel weinig schaduw.
 Langs het talud van de spoorlijn, die trouwens niet meer gebruikt wordt, staan veel sleedoornstruiken met kleine blauwgroene sleedoornpruimen. Ze zijn pas rijp na de eerste nachtvorst en niet voor gewone consumptie geschikt, maar wel lekker als jam of chutney. Er staan ook veel wilde kersenbomen met kleine, zoete, donkerrode kersen, waarvan we er ook een paar keer wat plukken. De bossen en bosranden staan er vol mee en vossen en dassen eten er flink van (van wat er op de grond valt), dat zie je aan hun uitwerpselen, die vol pitjes van de kersen zitten. Verder groeien hier hier ook veel bramen. Het is vandaag een fruitdagje!

We komen verschillende mensen tegen, die verbaasd vragen waar we vandaan komen, waar we heen gaan en hoe zwaar onze rugzakken zijn. Vlak voor de spoorwegovergang bij het moeras, houden we een lange pauze in de schaduw. Er staat een flink windje en Lysan krijgt het op een gegeven moment zelfs koud. Als ze in de zon verder lopen raakt ze ook weer snel verhit.
We zien vandaag 1 levend hert, 2 levende en 1 dode hagedis, 1 dode hazelworm en 1 dood vogeltje.
Er staan overal bakken met water en tafeltjes. We horen later dat dat is, om met water en voer patrijzen te lokken en ze zo gemakkelijk te kunnen schieten.
Het stuk van onze middagpauze tot aan ons overnachtingsadres, valt nog flink tegen. Het is gloeiend heet, onze watervoorraad van elk 2 liter water raakt op en we beginnen behoorlijk vermoeid te raken. We lopen een groot deel van de dag door vrij hoog gras en dat loopt niet prettig. Eindelijk komt Allemanche in zicht en dan ook al gauw ons pelgrimsadres. Als we arriveren zitten de Vlaamse dames, Louise en Martine, al op het tuinmeubilair onder de appelboom met een glas fris. Onze host, mevrouw Anne Maclin, houdt het gesprek gaande en weet iedereen te vermaken. Haar dochter en kleinkind, een jochie van nét 1 jaar oud, zijn op bezoek en op een gegeven moment zijn zowel de dochter, als Anne met de auto en op de fiets vertrokken en worden wij geacht op het kind te passen. Het is geen moeilijk jochie en Martine en Eline nemen de honneurs waar.
We doen onze was bij die van Louise en Martine en wachten op de dingen die komen gaan. Het wordt al aardig fris buiten, als de heer des huizes, Alain Maclin, vuil en met een grote snee in zijn arm, thuis komt. Zijn vrouw en dochter zijn er dan ook weer. Even later komt hij gedoucht,  in schone kleren en met z'n arm netjes verbonden, met een fles Ratafia-de-Champagne naar buiten. Wie dat wil, krijgt een klein glaasje van het spul, dat gemaakt wordt van de droesem van champagne, als aperitief. Daarbij wat smeerkaasblokjes. Ik vind het erg lekker, maar ik denk dat je er niet te veel van moet drinken, want het is behoorlijk zoet.

De was is klaar en die hangen we met elkaar aan de lijn achter in de tuin en dan kunnen we eten.
We eten vooraf een stuk meloen, dan koude vis, zalm en een ander soort net als in Baye met zelfgemaakte mayonaise, tomaat en brood en daarbij water. Toe een grote schaal gemengd fruit uit de tuin: bramen, frambozen, aalbessen en bosbessen. We lachen en kletsen wat af in het Frans, Engels en Nederlands. Ons Frans wordt steeds verbeterd door Anne, onze gastvrouw. Als we iets niet helemaal goed uit spreken, verbetert ze ons en zegt iedere keer: Parlez ton Francais! Die houden we er in, de rest van de reis!
We krijgen koffie toe, halen de was binnen en gaan naar onze kamers. Nog even bellen met het thuisfront en dan naar bed.
Het is pikkedonker om en in het huis en er heerst een diepe stilte. 's Nachts doet L het raam wat verder dicht, vanwege de kou.

Foto's bij Sezanne












Di 13 augustus / Sezanne

dag 46

Als de wekker gaat pakt Lysan snel in, frist zich op en gaat naar de kapel. Er zitten al een aantal mensen in gebed verzonken.
De priester komt binnen en roept L. naar voren. Terwijl hij haar de handen oplegt, bidt hij het Onze Vader,  een gebed voor pelgrims, waarin hij L bij haar volle naam noemt en ook de naam van Eline en hij besluit met  het Avé Maria. L. krijgt nog een hand en wordt Bon Voyage gewenst, waarna zij naar het ontbijt mag. Lysan voelt zich rijk gezegend en is dankbaar dat ze deze tocht mag maken en zoveel mooie momenten beleeft!  De rest blijft voor de ochtenddienst, die nog 1 uur duurt. Daarna gaan zij pas ontbijten.
Eline zit al aan tafel, maar verder is er niemand te bekennen. Er is koffie,warme melk, plakjes stokbrood en jam. Karig, maar voorlopig voldoende.
Om nog even naar het toilet te gaan vóór we vertrekken, loopt Lysan door twee enorme keukens, een eetzaal waar wel honderd mensen aan tafel kunnen, een grote hal en een paar gangen. Een enorm complex waar ook nog verdiepingen op zitten!
We gaan op weg, maar lopen eerst verkeerd. Dan maar terug naar het klooster. Daar legt de tuinman nét de weg uit aan een andere pelgrim, die bij navraag het stuk van Montmort naar Baye (11 km) er al op heeft zitten. Het is inmiddels 8.15 uur. Zijn rugzakje is dan ook wel verdacht klein. Het is een Vlaming, die de weg ook in etappes loopt, maar hij is al een paar keer in Santiago geweest. Alleen nog nooit vanuit zijn woonplaats. Even later loopt hij door en vervolgen wij onze eenzame weg. We zien dat hij zich in de verte bij nog twee pelgrims aansluit. We klimmen en dalen weer en het pad is niet altijd even goed aangegeven. Bij Châpton worden we geroepen door een meneer die in zijn tuin bezig is. We mogen in zijn tuin op een bankje uitrusten en met water uit zijn buitenkraan onze flessen bijvullen. Hij heeft een lieve, middelgrote hond die een beetje angstig om ons heen draait, maar het fijn vindt om aangehaald te worden. Volgens de man is hij bang voor onze batons (stokken)!  L zegt tegen E dat de hond blijkbaar wel eens meteen stok geslagen is, anders zou hij niet zo bang zijn.
We moeten deze dag ruim 20 km lopen en houden een paar keer een pauze, waarbij we, bij gebrek aan winkels onderweg, onze voorraad aan moeten spreken. Onze lunch gebruiken we bij een oude wasplaats in Lachy, lekker koel in de schaduw en aan het water.
Eline haar tempo ligt hoger dan dat van Lysan, vooral als we tegen een heuvel oplopen, maar dat is geen probleem. Zo lopen we elk met onze eigen gedachten en Eline wacht steeds als het hoogste punt bereikt is of als ze behoefte aan een pauze krijgt.
Om 14.30 uur lopen we onder de snelweg door Sezanne in. We komen op het pleintje bij de kerk en ploffen neer op een terras. Dorst! Moe! Het is zo'n 25 graden vandaag. We drinken Orangina en water en komen langzaam bij.
 Er gaan twee Vlaamse dames aan het tafeltje naast ons zitten. Ze zeggen ons te herkennen van onderweg, uit de verte. Zij hebben met de Vlaamse man meegelopen, over de weg, want al pratend hadden ze de routeschildjes gemist. Ze vertellen dat de man net als wij bij de Foyer de Francois de Sales heeft gereserveerd. Zij zelf slapen in een hotel.
Wij gaan eerst wat boodschappen bij de supermarkt doen en daarna naar de Foyer, een tehuis voor dementerende ouderen. Wij moeten even wachten in de hal, maar dan komt één van de Zwitserse nonnen ons ophalen. Ze vraagt of we Duits spreken en is blij als we dat be-amen. Ze brengt ons naar een kamer met 1 bed en 1 los matras. Terwijl we aan het bedenken zijn hoe we de kamer in gaan richten, komt ze weer binnen en zegt dat de kapsalon tegen over de eerste kamer vrij is en schoon! en dat we daar het matras heen gaan brengen. Lysan besluit dat zij daar dan gaat slapen. De douche is ruim en goed, dus gaan we douchen en onze was doen, die we op een handig rek in de kapsalon kunnen hangen.
Om 7 uur gaan we naar de eetzaal, die al aardig gevuld is met oude en soms invalide mensen.
Wij zitten aan een aparte tafel en er is voor nog een pelgrim gedekt. We vermoeden voor de Vlaming.
Hij komt om kwart over 7 binnen, maar niemand had hem gezegd dat er warm eten bij is.
Hij verteld dat het donderdag, de dag dat wij aan het einde van de wandeling naar Parijs reizen, Maria Hemelvaart is en dat de treinen dan veel minder rijden als normaal.
Hij geeft ook tips hoe we morgen het beste Sezanne uit kunnen lopen en verteld dat het ontbijt om 7 uur is en dat onze overnachting 15 euro p.p kost. Dat wisten wij nog niet. Op Eline haar kamer brengen we de avond door. We hebben vruchtensap, water en zoutjes gekocht en L. heeft nog een piepklein noodvoorraadje brandy, waar ze twee slokken (de helft!) van opdrinkt.
 Om 10 uur gaat L. naar haar eigen kamer. Als ze het licht aandoet en haar bril opzet ziet ze nog wel érg veel haartjes op de grond liggen. Er is waarschijnlijk wel geveegd, maar niet gezogen en gedweild!  De veger staat in de hoek, maar zit ook vol haartjes, dus daar heb je niets aan. Gelukkig is het matras erg dik en slaapt Lysan alleen in haar lakenzak. De slaapzak, die van fleece is zou, bij aanraken van de grond, vol haartjes kunnen komen.Na een paar moeilijke momenten gaat L. toch maar proberen te slapen. Het duurt best lang voordat dat lukt, door geroep en geschreeuw van beneden. Maar uiteindelijk slaapt ze héél diep en kan haast niet meer wakker worden.

Foto's bij Baye











Maandag 12 augustus / Baye

dag 45

De wekker gaat om 7.20 uur. Snel even douchen, aankleden en vooral de rugzak weer inpakken. Niet alle was is goed droog geworden, dus dat gaat in nylon tasjes aan de buitenkant van onze rugzakken. We ontbijten met een croisant en stukken geroosterd stokbrood met jam en boter en natuurlijk de bekende soepkom koffie.
 Het vreemde meisje heeft kennelijk in haar kleding van gisteren in een oude slaapzak op de bank in de kamer geslapen. Met de slaapzak om haar heen is ze weer een of ander prutteltje aan 't koken. Ze neemt dat mee naar de bank om op te eten en zet de TV daarbij keihard aan. Haar moeder vraagt haar, op vriendelijke toon, de TV zachter te zetten en SVP te gaan douchen of op z'n minst een duik in de zwemvijver (zie foto) te nemen, met de toevoeging: het is hier geen hotel! Maar daar wordt ze boos om. Als het meisje ons later met ongekamd haar en in nog steeds in dezelfde kleren wegbrengt, hangt ze een heel verhaal op over verkeerde vullingen in haar kiezen sinds het voorjaar, waardoor ze pijn in haar nek heeft en erg moe is, enz.
Ze zegt dat zij verantwoordelijk is voor de gite, maar dat die gesloten is, omdat die dit jaar niet goed loopt. Ook vertelt ze dat haar vader dakbedekker met vervroegd pensioen is en ADHD heeft waardoor hij overal en nergens tegelijk in huis bezig is. Hij doet alles zelf, maar zoals wij al geconstateerd hebben, maakt hij dus niets echt af!
Ze zet ons af bij het kerkje van Montmort, achter het kasteel. Jammer genoeg is het gesloten, dus we lopen langs het kasteel weer Montmort-Lucy in. Een oud mevrouwtje staat in haar tuin en roept: pelerins? Het vrouwtje heeft een zwaar alcoholische geur om zich heen hangen, maar wenst ons courage en bon voyage en geeft ons een gekoelde, maar aangebroken fles water. Uit het zicht legen we de fles tussen de plantjes en de lege fles verdwijnt in een vuilnisbak. Maar we waarderen het gebaar!
Gisteren -zondag- waren de winkels gesloten, maar ook vandaag is alles dicht of op vakantie. We zullen dus moeten leven van onze voorraad en de restjes van zaterdag. Het water is hier trouwens wél goed drinkbaar.
We lopen op ons gemak naar Baye. De weg voert ons door eindeloze graanvelden met zo hier en daar een bos. Bij het eerste bos houden we pauze. We hangen onze was te drogen en lezen en/of schrijven wat. Lysan krijgt het koud in de wind en de schaduw, dus als de was droog is lopen we verder. Het opstaan valt L moeilijk. Een spier achter haar knie doet vervelend als ze van de grond overeind komt. Na even rekken, strekken en lopen gaat het wel weer.
Als we verder gaan, vinden we op het zandpad langs de bosrand de resten van een volwassen vos. Eerst vinden we zijn prachtige, dikke staart. Nog helemaal gaaf. Daarna zijn kaak, ruggengraat en botten van zijn voorpoten met vacht en uiteindelijk ook zijn achterkant met de botten van zijn achterpoten. Heel bizar, omdat de stukken zo'n eind uit elkaar liggen, al het vlees verdwenen is, maar het vel nog vrijwel intact. Hoe is dit mooie beest gestorven? Mensen zouden op z'n minst zijn staart mee hebben genomen als trofee. Maar welke dieren zijn in staat om zo'n grote vos te doden en op te eten. Wolven? Een roedel wilde honden?
We komen er niet uit.
Het tweede bos is klein, maar mooi. Met open plekken vol bloemen en vlinders.Het ruikt, zoals een bos hoort te ruiken, volgens Lysan, die in het bos is opgegroeid. Er is ook een meertje, maar dat is privé. Als we uit het bos komen, lopen we weer door de korenvelden, waar druk geoogst wordt. We zien er roofvogels vliegen,boven de velden.
Het volgende bos is donker en vochtig en de paadjes zijn modderig. Het begint ook nog even te regenen, maar voor we onze regenkleding kunnen pakken, stopt het alweer. Vlak voor we bij het stationnetje van Baye zijn houden we lunchpauze op een bankje in de zon. Het is inmiddels flink warm, dus we houden het niet lang vol en gaan verder. Als we Baye inlopen, zien we de gebouwen van de Foyer de Charité wel, maar we lopen even door om te kijken of er een bakker of kruidenier is. Die was er wel, maar nu even niet. Het is augustus, dus vakantie. Ook voor winkeliers!
Dan gaan we maar naar het enorme gebouw - een oud kasteel - van de Foyer, waar een soort katholieke leefgemeenschap woont, mannen en vrouwen door elkaar onder leiding van een heel oude en een jongere priester. De dames, die ons binnenlaten, schijnen niets van onze komst te weten en de dame die ons wegwijs maakt, praat zo snel en onverstaanbaar, dat de verwarring nog groter wordt.
We krijgen een grote,maar kale kamer op de vierde verdieping, met wastafel en douche en toilet op de gang.
Er wordt ons dringend verzocht aan de dienst van gebed deel te nemen vóór het avondeten. We hebben nog een paar uur, dus we wassen en douchen en lezen en proberen onze Barocook uit. Een soort kookdoosje met plofzakjes, waar je eten in kunt koken. Het is wat teleurstellend, want we kunnen nét elk een kop koffie maken, maar dan wordt het water niet meer warm. Je zou er ook soep of een kleine portie rijst in kunnen maken.
Om half 7 spoeden we ons naar de kapel voor de gebedsdienst. We zingen een lied bij de gitaar, zijn een héél uur stil, zingen weer, dan bid de priester en daarna mogen we eindelijk naar de eetkamer om onze avondmaaltijd te nuttigen. We zitten met ongeveer 25 mensen aan tafel. Lysan mag naast de jongere priester zitten en de conversatie gaat half in het Frans en half in het Engels. Één van de dames werpt zich op als tolk.
We eten aardappelsoep met stro?(harde geelbruine sprietjes), koude vis, warme kaaspannenkoekjes, wortels en een soort bulgur. Toe kaas of yoghurtjes en daarna schaaltjes blikfruit. Daarbij water en een enkeling (de priesters en Lysan) een glas rode wijn. Na de maaltijd gaan we naar onze kamer wat lezen en schrijven, voordat we gaan slapen.
Het matras van Eline is wel érg bobbelig en na 10 uur en vóór 7 uur 's ochtends mogen we de WC niet doortrekken. Lysan zet haar wekker wat vroeger dan Eline, want zij krijgt morgenochtend om 5 voor half 8 de pelgrimszegen in de kapel.