maandag 4 augustus 2014

Voorlopig afscheid van de Camino




Dinsdag 29 juli

De terugreis Avalon naar Paris-Bercy verloopt voorspoedig. De grap is dat we vóór 9 uur door Sermizelles komen en dat de trein daar ook stopt. Waarschijnlijk reden er tussen 9 uur en 15 uur geen treinen maar bussen, maar na 15.00 uur weer gewoon treinen!
In Parijs hebben we een paar uur de tijd en bezoeken we de overdekte markt en we lunchen gezellig.
Om 18.00 uur is Lysan weer in Gouda en Eline is een half uur later weer in Utrecht. Lysan hoopt volgend jaar Vezelay te bereiken, maar of dat met Sylvia of met Eline zal zijn dat moeten we nog maar zien.

Hierbij nog wat foto,s van Avalon.

Foto's bij Sermizelles / Avalon












Naar Sermizelles / Avalon

Dag 56  /  maandag 28 juli

's Nachts hoor ik het al regenen en als we opstaan regent het nog steeds. Simone is al vertrokken en wij vertrekken na het ontbijt en de afwas om 8.45 uur.
We lopen in onze regenkleding en het eerste stuk valt het wel mee. In het eerste plaatsje Arcy-sur-Cure schuilen we en rusten we uit in een bushokje.

We lopen langs mooie kastelen en ruïnes, maar door de regen kunnen we er niet echt van genieten.
We hadden eigenlijk de grotten van Arcy willen bekijken, maar dan moeten we waarschijnlijk omlopen en vanwege het slechte weer slaan we dat maar over. We piknikken in een grot met uitzicht op de rivier, terwijl het steeds harder gaat regenen.
In de buurt van Voutenay proberen we een pad dat volgens onze kaart de  Gr 13 zou moeten zijn, maar het loopt dood in de brandnetels.
 Intussen komt de regen met bakken uit de hemel vallen en duiken we weer een bushokje in om de kaart te bekijken en te bedenken hoe we in Sermizelles moeten komen. We besluiten om een paar km langs een drukke provinciale weg te lopen, maar ontdekken dat dat toch wel een hachelijke onderneming is. Vooral de keihard voorbij rijdende vrachtwagens zijn levensgevaarlijk. We zijn dan ook blij als we na een paar honderd meter een spoorweg-overgang zien met daar voorbij een landweggetje dat evenwijdig aan de snelweg loopt.
Helemaal droog wordt het niet, maar de regen is nu toch wel iets minder hevig.

We moeten nog een eind voorbij Sermizelles om bij het station te komen, maar daar kunnen we in de droge, warme wachtkamer wachten tot er een trein komt (denken we).
Eline ontdekt ergens een bordje waaruit ze opmaakt dat er wegens renovatie van het spoor geen treinen rijden en alleen tussen 9.00 en 15.00 uur, bussen. Het is op dat moment 15.45 uur! Wat nu?
Op een grote parkeerplaats staan een aantal bussen, maar geen mens te zien alleen een paar grote loslopende honden.Ook geen taxi te bekennen.

Lysan klopt aan het raam van een klein huisje, waar ze wat beweging ziet en er komen een erg oude en iets jongere man naar buiten. We vragen of zij misschien een taxi voor ons willen bellen en de oude man doet een soort poging met zijn mobieltje, maar zegt dat het niet lukt. Dan vragen we of er soms iemand is die ons met de auto naar Avalon wil brengen.
De jongere man wil ons wel brengen, maar aarzelt: hij heeft maar een kleine auto met erg veel rommel erin.
Als Lysan hem geld biedt voor de benzine, gaat hij overstag. Hij ruimt de rommel een beetje op en brengt ons 10 km verderop voor de deur van ons hotel: Les Capucins, vlak bij het station in Avalon.

In het hotel hebben we een ruime kamer met twee losse bedden en een eigen badkamer. We gooien onze rugzakken af en gaan eerst naar het station. De loketten gaan vaak al om 17.00 uur dicht en we willen vast kaartjes naar Parijs hebben voor morgen-ochtend. Als we terug in ons hotel zijn, hangen we onze natte kleding uit en gaan lekker douchen. We doen dit keer geen was. We hebben nog genoeg schone kleren voor morgen en thuis doen we alles wel in de wasmachine. Onze schoenen zijn net sponzen. Ik dacht dat mijn Iowa's waterdicht waren, maar vergeet dat maar. Er is Wi-fi, dus we kunnen onze berichten lezen en om ongeveer 19.00 uur gaan we de stad verkennen.
Avalon blijkt een mooi oud centrum te hebben. Aan de zuidkant staat het stadje boven een diepe afgrond. Aan die kant bevinden zich nog stadsmuren, kasteel-achtige gebouwen en donjons. Verder zijn er veel vakwerkhuizen en een kathedraal met een Romaans front. Hoe het er van binnen uitziet kunnnen wij niet controleren, want, hoe raadt je het, de deuren zijn gesloten. Er komen heerlijke geuren uit een Bistro vlakbij de stadspoort en we besluiten dan ook daar te gaan eten.
Als voorgerecht nemen we samen 6 esgargots (dus elk 3), daarna eet Eline tartaar-de-boeuf met frietjes en Lysan eendenborst met zwartebessensaus. Het toetje delen we weer: pannacotta met fruit. Heel lekker allemaal!
Om half 10 zijn we weer thuis we lezen en schrijven nog wat en gaan op tijd slapen.

Foto's bij Bessy-sur-cure













Naar Bessy-sur-Cure

Dag 55  /   zondag 27 juli

Als wij om 8.00 uur gaan ontbijten, vertrekt Simone al.
We lopen richting Cravant op een breed half verhard pad en genieten van de prachtige vergezichten. Op het pad ligt een hazelworm, die nog maar net dood is. We zien sporen van paarden die hier gelopen hebben. Misschien is er een op zijn kop gestapt?
We lopen langs velden met bloeiende zonnebloemen, altijd een mooi gezicht!
Cravant is een klein stadje aan de rivier de Cure, met twee donjons, een grote wasplaats en vakwerkhuizen. De kerk staat in de steigers en is gesloten.
Er is geen restaurant open, dus gaan we op een bankje bij de kerk zitten en drinken wat van ons water.

Na Cravant gaat het pad steil omhoog en moeten we bukkend onder onder takken door klauteren. Het regent niet, maar het zoute vocht vermengd met zonnebrandcrème, loopt met straaltjes over ons gezicht en onze rug.Na een tijdje komen we op een uitzicht-punt en zien we de Cure diep onder ons stromen. Aan de rand van het bos, waar de wijngaarden beginnen staat een onbewoond huisje met een verwilderde tuin, daar eten we onze lunch op.
Daarna gaat de weg naar beneden en steken we de rivier over. We belanden op een zondagse rommelmarkt.
We kopen er een ijsje en gaan langs de oever zitten om dat op te eten. Ondertussen kijken we naar de acrobatische toeren van een muskusrat die aan de kant probeert te komen.
Er is een watertappunt waar we onze flessen vullen, voordat we verder gaan met onze tocht.

Eerst lopen we nog in de gloeiende zon tussen de velden door, maar de rest van het pad voert ons weer door het bos en stijgt ook weer flink.
Lysan haar linkerknie wil niet meer meedoen sinds het ijsje, waarbij ze van plat op de grond zittend, overeind moest zien te komen. Hij doet pijn en zwabbert.
Er liggen verschillende bomen, waar we overheen moeten klimmen, over het pad. Er liggen ook takkenbossen en zelfs een dode das.
Lysan komt er maar met moeite overheen en heeft er geen zin meer in. Eline vraagt haar moeder om te lachen, omdat ze een foto maakt. Nou ja, als een boerin met heel veel kiespijn dan maar!

Dan komt gelukkig eindelijk Bessy-sur-Cure in zicht. Het blijkt een mooi dorp aan de rivier te zijn met veel bloembakken, een gezellig park met piknik-tafels en wat vakwerkhuizen.
We vragen de weg naar de Gite d'Etappe en komen terecht in een mooi groot huis waar Simone ons al opwacht met thee en onze slaapkamer-sleutel. We hebben een hele grote kamer met 2 tweepersoonsbedden en een eigen douche en toilet. We gaan eerst eens lekker douchen en daarna beneden onze kleding wassen. De was kan in de tuin aan de drooglijn.
Er staat een grote appelboom in de tuin. We rapen flink wat appels op en maken appelcompote als toetje. We eten bahmisoep en kant en klare rijst uit een zakje, met gedroogde shi-takes, verse prei, bahmi-groenten en gedroogd vlees. Toe de compote met kaneel en gestampte suikerklontjes. Daarna nog koffie en thee.
Simone vertelt dat aan de rand van het dorp een omgevallen pruimenboom heeft gezien en Lysan en Simone plukken een grote bak vol met heerlijke mirabellen. Genoeg om de volgende dag(en) ook nog van te eten.
In het donker zitten we nog een tijdje buiten en als we naar bed gaan nemen we afscheid van Simone. Zij wil morgen in 1 keer doorlopen naar Vezelay en gaat daarom vroeg weg.
Eline en Lysan zitten nog een tijdje op hun bed te lezen.


Foto's bij St-Cyr-les-Colons






zondag 3 augustus 2014

Naar St-Cyr-les-Colons

Dag 54  /  zaterdag 26 juli

Na een goede nacht en een uitstekend ontbijt met cereals, Franse kaas, grote croissant,stokbrood, Jus d'Orange, koffie en fruit gaan we weer op stap.

We brengen eerst een bezoek aan de supermarkt en de bakker om wat voorraad in te slaan voor de komende dagen. Meestal is er op zondagmiddag en maandag de hele dag, niets open. We houden ons in , want we moeten het wel meesjouwen! We lopen Chablis uit en gaan door de wijngaarden richting Gourgis.
Het is weer bloedheet en tussen de wijngaarden is weinig schaduw, dus als we een paar bomen zien rusten we daar even uit. Omdat het kraanwater vandaag erg naar chloor smaakt, maken we het drinkbaar door er smint-pepermuntjes in op te lossen. Honger maakt rauwe bonen zoet, oftewel: dorst..... De weg stijgt en daalt en stijgt weer steil omhoog en daalt weer steil naar beneden. De vaak half of onverharde wegen zijn verstevigd met stukken en stukjes kalksteen. Een soort hoekige keien, die vooral bij het dalen onder je voeten mee-rollen. Zonder stokken ben je hier niets!

Als er geen stenen liggen en het heeft ooit geregend, zak je diep in de modderige kleigrond en groeit er een laag klei onder je schoenen, die er moeilijk afgaat. Vooral het laatste stuk naar Courgis worden onze voeten steeds zwaarder. Je ziet op die plekken duidelijk dat de grond tussen de rijen druiven weg spoelt. Lijkt me niet goed over nagedacht.

Vooral Eline krijgt genoeg van het chloor-pepermunt water, maar Gourgis is ook zo'n uitgestorven stadje zonder voorzieningen. Direct buiten het dorp op een grasveld met bankje onder een dicht bebladerde boom lunchen we en dat is maar goed ook, want op een gegeven moment regent het even flink.
Tien minuten later schijnt de zon weer en vervolgen we onze tocht.

We lopen over steile glibber-paadjes, via het kerkje, Préhy binnen. Onderaan het dorp is een Pétanque-baan en de een na de andere dorps-bewoner komt aan lopen met zijn koffertje om een competitie te spelen. De dames mooi gekleed en de kinderen vrolijk. Er worden tafels uitgeklapt en stoelen neergezet. Een echt dorpsfeest.
Hier is ook een water-tappunt, waar we onze flessen vullen. Er is dan wel geen winkel of andere voorziening, maar deze mensen weten er iets van te maken in hun dorpje!

Via de autoweg, waar nauwelijks verkeer is lopen we verder.Vooral het laatste stuk naar St-Cyr-les-Colons gaat eerst steil omlaag en daarna weer even steil omhoog. Het dorp stelt weinig voor, maar er is een flinke bakkerij/supermarkt en een fantastische gemeente-herberg, een Gite d'Etappe, met alles erop en eraan! Een grote tuin met twee piknik-tafels, een super goede keuken-uitrusting, prima douche, lekkere bedden en een wasmachine. En het ziet er allemaal goed verzorgd en schoon uit.

Simone uit Boxmeer is er al en heeft haar was al gedaan. We drinken wat en besluiten samen te koken en te eten. In de ruime eetkeuken staat van alles wat je mag gebruiken, zoals olie en azijn, zout en peper, kruiden,pasta en rijst,enz. Simone en Lysan gaan naar de supermarkt, terwijl Eline de was verzorgt. We eten soep, pasta met gehakt en diverse groenten, witlof-sla met avocado, komkommersalade en toe kwark met sinaasappelsap en banaan.
Ondertussen kletsen we heel wat af en bellen en Whats-appen met het thuisfront. Om 10 uur maken we ons klaar om naar bed te gaan. De was is al droog, dus die kan mee naar binnen.

Foto's bij Chablis









Naar Chablis

Dag 53  /  Vrijdag 25 juli

We staan zoals elke dag om 7.20 uur op, pakken onze tassen in en staan om 8.00 uur klaar om te ontbijten.
Mevrouw Martine is kennelijk vannacht thuisgekomen en zet ons ontbijt buiten klaar: koffie, sinaasappelsap, chocolade- en gewone croissantjes, vers stokbrood, yoghurtjes en zelfgemaakte aardbeienjam.
 Ze moet lachen als Lysan het een on-Frans ontbijt noemt.
 En dat alles inclusief overnachting en avondeten, voor 28,- p.p. Jean-Claude is ook weer nuchter en na een stempel in de pelgrimspas worden we hartelijk uitgezwaaid.

De zon schijnt en het wordt al snel weer warm. De vochtigheidsgraad is net als de vorige dagen, heel hoog. Het landschap is prachtig, maar het luie zweet loopt ons al gauw weer met straaltjes van de rug.
In Bernouil lopen we naar het kerkje van St. Jacobus de meerdere. Het is zoals gewoonlijk gesloten, maar op de trappen rusten we even uit en drinken wat water.

Tussen Bernouil en Vézannes betrekt de lucht en gaat het meer waaien, waardoor het iets koeler wordt.
We lopen hoog door een kleurrijk landschap: gele, groene en bruine velden afgewisseld met bossen en bosjes. De TGV doorsnijdt het landschap en we zien regelmatig een blauwe flits voorbij komen.
In Vézannes staan bankjes tegenover de -alweer- gesloten kerk. Terwijl we daar in de beschutting van een grote boom een appel eten, regent het beetje,maar als we verder lopen is het al weer droog.
We lopen door een bos waar het blijkbaar net heel hard geregend heeft. Alles druipt nog en er lopen stroompjes water over de weg, maar de zon schijnt en we zien geen wolkje aan de lucht! We leggen Lysan haar poncho in het gras op de hoge berm en kunnen zó droog piknikken. Als we verder gaan, lopen we door een bospad naast of liever diep onder een drukke weg .
We laten Collan links liggen en lopen via smalle asfalt wegen via Fyé naar Chablis.
Het laatste stuk lopen we weer in de brandende zon, zodat we behoorlijk verhit in Chablis aankomen. Omdat er een kamer is gereserveerd in hotel Bergerand, gaan we daar regelrecht heen. De kamer is duurder dan we uit het boekje hadden begrepen. Wij dachten dat de prijs 48,- euro per kamer was met ontbijt, maar het blijkt dat het 48,- p.p. is met ontbijt. Na wat gesteggel krijgt Lysan nog 5,- p.p van de prijs af. Dat scheelt weer!
Onze kamer is behoorlijk ruim, met twee losse bedden met douche en toilet. Lysan gaat douchen, kleren wassen en daarna naar de VVV voor een stempel.
Een aardig en behulpzaam meisje regelt onze volgende twee overnachtingen: zaterdag in de gemeente-herberg van St-Cyr-les-Colons en zondag in die van Bessy-sur-Cure.
Er staat een Duits stel bij de Information dat om een stempel in hun pelgrimspaspoort vraagt. Omdat Lysan er ook een vraagt raken ze aan de praat. Zij gaan ieder jaar een stukje van de Camino lopen en zijn in Polen begonnen. Dit jaar zijn ze in Schengen(Luxemburg) gestart. Tot nu toe hebben ze nog geen andere pelgrims ontmoet.
Zij slapen in hotel La Poste, waar het volgens hen: oud en vies is!

Als Lysan terug komt kan ze het hotel niet in. Gelukkig is Eline klaar met douchen en ze komt naar beneden om L. binnen te laten. Er staat een waterkoker op onze kamer. We drinken koffie, lezen en schrijven wat, totdat we het stadje ingaan om iets te eten.
Bij het goedkope restaurant waar we terecht komen, zit ook het Duitse stel: Hans-Christian en Anja. We schuiven onze tafeltjes aan elkaar en praten honderd uit. Met hun kinderen hebben ze de Camino Francais al een keer gelopen en samen willen ze de Camino del Norte lopen. Maar eerst lopen ze morgen naar Auxerre en gaan daarvandaan naar huis terug.
Eline eet vooraf eieren in rode wijn, als hoofdgerecht gestoofde witte vis met groenten en rijst en vanille-ijs toe, Lysan: boerensalade met veel te veel spekjes, zalm met rijst en groenten en daarna ook vanille-ijs.
Anja merkt op dat wij het meest eten en het minst lopen! Hmmmmm!!!

We nemen afscheid en gaan op onze kamer nog even lezen, schrijven en Wifi-en en dan naar bed.



Foto's bij Roffey









Naar Roffey

Dag 52  /  do.24 juli

We zijn al wakker voor de wekker gaat, maar komen met veel moeite in beweging. Lysan houdt het stapelbed weer tegen, terwijl Eline er voorzichtig uit klautert.
Als we onze rugzakken hebben ingepakt, gaan we ontbijten. We zetten zelf een stempel in het paspoort, doen 15,- euro donatie in het blikje, wassen af, brengen de sleutel weg en gaan op pad.

Eerst lopen we nog een rondje door Ervy om het oude stadsdeel te verkennen. We genieten van de mooie stadspoort, het retraite-huis, het uitzicht over de velden en de kerk, die op instorten staat en wordt gerenoveerd
De mooie ronde markthal hadden we al bewonderd.

We volgen de route door het bos naar Mézières. Het eerste stuk is erg modderig, maar later lopen we over een verharde bosweg in de schaduw en dat is goed te doen. Op ons overnachtings-adres in Roffey kunnen we, voor zover we dat begrepen hebben, geen warm eten krijgen. We hopen tussen de middag in Flogny-la-Chapelle een restaurant te vinden waar dat wel kan.

Door de warmte raken we snel door ons drinken heen, maar volgens het boekje moet er ergens onderweg een piknik-plek met watertappunt zijn. We komen bij een jachthut met piknik-tafels, maar zonder drinkwater. Wel zien we een regenton met water, maar die zal toch hopelijk niet bedoeld zijn!
Tegen een boom staat een stevige houten wandelstok. Lysan gooit de tak weg, die ze de laatste paar dagen gebruikt heeft en loopt verder met deze stok, die haar ook de komende dagen goede diensten bewijst!
Een paar km verder is weer een piknik-plaats. Dit keer met speeltoestellen. Heel mooi aangelegd, maar weer geen drinkwater.

We zijn nu dichtbij Flogny, dus we hopen op een winkel of een restaurant. In het routeboekje wordt een groot winkelcentrum genoemd en daar komen we ook terecht. Er is een bar/tabac, een supermarkt, een slager en een apotheek, maar alles is dicht!
Het is 13.30 uur. De bar/tabac opent om14.15 uur en de supermarkt om 15.15 uur!
We installeren ons op de stoeltjes bij de bar/tabac, maar als die open gaat blijkt dat ze alleen drinken hebben en een nette WC (wat ook heel wat waard is).
Terwijl we citroenlimonade drinken en wachten tot de supermarkt opengaat, komt er nog een vrouwelijke pelgrim aan lopen: Simone uit Boxmeer. Ook zij loopt de Camino in etappes. Vorig jaar tot Rocroi en dit jaar wil ze Limoges bereiken. Zij blijft vannacht in Flogny slapen, in de gemeentelijke gymzaal. Nadat we boodschappen hebben gedaan en een ijsje gegeten, nemen we afscheid van haar en lopen door in de richting van Roffey.
Het eerste stuk langs het kanaal lopen we nog in de schaduw, het laatste stuk door de velden en tegen de heuvel op weer in de gloeiende zon. Tijdens een korte pauze op een brug kunnen we weer genieten van die heerlijke kleine gele pruimpjes: de mirabel!

Het huis van Jean-Claude en Martine Legout is gemakkelijk te vinden. Bij aankomst worden we verwend met flesjes jus d'orange door een behoorlijk aangeschoten Jean-Claude. Hij brengt ons naar de aanbouw, waar twee grote slaapkamers en een badkamer met toilet zijn gerealiseerd. Het is nogal een aanminnige meneer, die steeds je arm of schouder vastpakt of aanraakt om dingen uit te leggen of te laten zien.
Zijn vrouw Martine moet vanavond werken, maar houdt hem per telefoon onder controle. Zij belt verschillende keren met opdrachten en instructies aan hem.
De douche heeft geen gordijn voor het grote raam, maar dat lossen we op door Eline haar grote sjaal ervoor te hangen! We douchen en verkleden ons en gaan in de tuin zitten, waar we ons vermaken met 7 of 8 jonge poesjes die daar rondlopen en spelen. De moederpoes laat zich maar een paar keer even zien.

Op het moment dat we aanstalten maken om te gaan eten, zegt Jean-Claude dat hij wat voor ons klaar gaat maken. Een kwartier later komt hij met een omelet, brood, Franse kaasjes, ham, sla en yoghurt naar buiten. Daarbij voor Lysan rode wijn en later als toetje ook nog koffie. Ruim voldoende!
Het is alleen een beetje onvrij dat hij bij ons aan tafel komt zitten kletsen -half in het Frans en half in het Engels- en roken. Zelf eet hij niet. Hij belt wel voor ons naar het volgende adres: Chablis. Het pelgrimsadres is vol, maar het in het boekje genoemde hotel heeft wel plaats voor ons.
Gelukkig, dat is weer geregeld! Jean-Claude vertrekt naar binnen en wij zitten nog lang in de tuin te genieten.

Eline slaapt op een opengeklapte bedbank van 1.20 breed, met een gleuf in het midden. Het is de bedoeling dat we daar samen op slapen, maar er staat gelukkig ook nog een matras tegen de muur. Dat leggen we op de grond en met Lysan haar slaapzak en lakenzak is dat een prima bed.