dinsdag 18 september 2018

De terugreis via en verblijf in Bordeaux

maandag 10 en dinsdag 11 september 2018

We staan om 8 uur op en vertrekken om half 10. We kopen eerst nog lekkere broodjes bij de warme bakker en dan lopen we naar het station, waar we op een bankje in de zon op de trein wachten. Jammer genoeg zien we vandaag niets meer van de Pyreneeën. Die zijn achter de wolken verdwenen. We zitten ruim 2 uur in de trein, waarvan we in iets meer dan 1 uur Les Landes doorkruisen. Daar hebben wij te voet ruim 3 dagen over gedaan!

Als we in Bordeaux uit de trein stappen, overvalt de drukte ons. Wat een mensen massa! Het is nog een flinke tippel naar de pelgrimsherberg, waar we ontvangen worden door een verlegen vrijwilligster, die ons steeds niet verstaat of begrijpt en een hard pratende dominante man, die haar steeds corrigeert. Er is ook nog een oudere man aanwezig, die er in het Engels tussendoor praat. Als de formaliteiten eindelijk zijn afgerond, brengt de oude man ons naar ons hok met stapelbed. Er zijn 6 hokjes zonder deur met in elk een stapelbed en 2 kluizen voor je spullen. We kijken elkaar aan, zucht..... Wel een afknapper aan het einde van de reis. Waar de douches en toiletten zijn, moeten we zelf maar uitzoeken. Dat wordt er niet bij verteld.
We zetten onze rugzakken in de kluis en vluchten de stad in. Daar is genoeg te beleven: mooie kerken en gebouwen, gezellige terrasjes. De brede rivier de Garonne met parkjes en banken er langs.
 's Avonds eten we op een terras van een restaurant dicht bij de herberg.
Als we terug gaan naar onze refuge, blijken er 2 Franse meisjes en een echtpaar uit Frans Canada bij gekomen te zijn. Slapen in onze open konijnenhokken is een bijzondere belevenis. Het wordt voor ons allebei een onrustige nacht.

Om 6 uur worden we wakker van de Franse meisjes. De wekker gaat een half uur lang iedere 3 minuten af, voordat ze opstaan. Wij vertrekken na het ontbijt met onze rugzakken en lopen via de vlooien- en de overdekte-markt en een mooie kerk, naar het station. Daar lunchen we en stappen op de shuttle-bus, die ons naar het vliegveld brengt.

We zijn weer 230 km dichter bij Santiago de Compostella! Nog zo'n 900 km te gaan.



















Orthez

dag 102 / zo. 9 sept.

We koken eieren (ook voor de lunch) en nemen koffie en jus d'orange. We hebben nog wat brood en er is jam en kaas. We doen elk 20,- euro in de envelop (donativo) en vertrekken.

Tussen de wolken door zien we de zon heel mooi opkomen en ver weg, blauw, maar duidelijk de Pyreneeën!
Het is bewolkt en warm en het miezert een beetje. Niet genoeg om onze cape's aan te doen. We klimmen en dalen de hele dag en het zweet stroomt van onze gezichten en ruggen. Pas om een uur of 12, komt de zon door en steekt er een windje op.
We lopen weer eens ergens verkeerd, maar een aardige mevrouw wijst ons hoe we weer op de route kunnen komen. Het is weer een heel mooi landschap waar we doorheen lopen: bossen, velden, boerderijen en prachtige vergezichten. We zien ook weer een hert lopen. Hij is zo druk met grazen, dat hij ons niet opmerkt. Ook zomaar in een weiland een witte koereiger en als de zon is doorgebroken zien we weer veel vlinders en hagedissen.

Om ongeveer half 3 lopen we Orthez binnen. Boven aan de heuvel bekijken we eerst het imposante torengebouw van Chateaux Monade. We vinden onze herberg in een soort kasteeltoren. We halen de sleutel bij een hotel en beklimmen onze verblijven.Eerst een smalle trap op, dan door een zware deur en daarna een wenteltrap naar de voordeur van onze refuge. Achter de voordeur bevindt zich een verbazingwekkend moderne herberg. Een grote eetkeuken met alles er op en er aan en een wasmachine, 2 flinke slaapkamers met elk 3 bedden een badkamer en een apart toilet. Alleen vreemd dat de badkamer-ramen dicht gespijkerd zitten. Dan maar alle deuren open en de ramen in de slaapkamers. Niet die in de keuken, want beneden in de binnenhof zitten jongens wiet te roken.

Na het douchen, doen we onze laatste was. Over 2 dagen zijn we weer thuis en dan komt de rest wel weer. Dan lopen we naar het station en kopen alvast onze treinkaartjes voor morgen. We nemen de trein van 11.10 uur, dan hoeven we niet zo vroeg op. We drinken nog wat op een terrasje, doen inkopen bij de Carrefour en gaan terug naar onze kasteeltoren.

Als we in de herberg aankomen, zitten er 2 dames in de keuken. Wij denken dat het pelgrims zijn, maar het blijken vrijwilligers te zijn, die het geld komen innen en onze gegevens opnemen voor de statistiek. We krijgen de wind van voren! Ze maken zich erg druk over het feit dat wij de deur achter ons op slot hebben gedaan toen we het stadje ingingen.  We krijgen een hele preek over hoe het hier hoort (in het Engels), zodat we ons voortaan aan de regels zullen houden! Nu had er geen andere pelgrim naar binnen gekund. Niemand had ons verteld dat onze sleutel de enige was en we zouden de deur ook niet hebben kunnen open laten, vanwege die jongens met hun wiet! Als ze daar over horen kalmeren ze een beetje. Ze zullen de huishoudelijke hulp bellen om te vertellen dat wij niet vroeg weggaan en als we dan de sleutel bij de deur hangen is het verder goed.

Als de dames eindelijk zijn vertrokken, gaan wij onze maaltijd-salade klaarmaken en op eten. Lekker met stokbrood, kaasjes, zalm-smeersel en witte Bordeaux. Toe een chocolade -puddinkje. We hebben elk een eigen slaapkamer  We gaan op bed nog wat lezen en drinken daar onze wijn verder op.











maandag 17 september 2018

Beyries

dag 101 / za.8 sept.

De mannen zijn al weer rond 6 uur vertrokken. Wij staan om 7.30 uur op en nemen afscheid van de Franse dames. Zij wonen in Normandië en worden door hun man(nen) opgehaald.

Om half 9 vertrekken we en  halen nog even een lekker bruin stokbrood en 2 croissantjes bij de warme bakker waar we langs komen. De route is slecht aangegeven. Eerst lopen we over een mooi wandelpad langs een riviertje, maar hoewel we weten dat we ergens rechtsaf moeten slaan, missen we de aanwijzing. We lopen veel te ver door en staan ergens op een bruggetje wat verdwaasd rond te kijken. Nergens schelpen of pijlen, wat nu?
Dan komt een engel, in de gedaante van een aardige Franse vrouw, ons redden. Zij heeft de Camino ook gelopen en wandelt helemaal mee terug, totdat we weer op de goede route zijn.

Het is vandaag erg heuvelachtig: steil omhoog en steil omlaag! Als we op de eerste hoge heuvel zijn beland, zien we heel in de verte de vage contouren van de Pyreneeën. Bij het eerste dorpje rusten we uit op de traptreden van het kerkhof. Een leuke oudere dame komt het graf van haar familie verzorgen en een praatje maken. Ze vertelt dat er op deze plek vaker pelgrims uitrusten.

We lopen verder door een gebied met veel bos en ook veel vogels. Het bos wordt afgewisseld met velden met mais, zonnebloemen en bonen. Op de trappen van een gebouw zit een ouder echtpaar met rugzakken, potten en pannen. Het zijn pelgrims uit Reims, die dit jaar naar Roncevalles willen lopen. Hij is erg lang en loopt goed, zij een stuk kleiner en loopt slecht. Dat zien we als wij een end verderop zitten te picknicken en zij voorbij lopen.
Als we zijn aangekomen op ons slaapadres in Beyries, zien we ze weer voorbij komen.

We slapen in de feestzaal bij de Mairie van Beyries. We bellen het tel. nr. dat op de deur staat en binnen 10 minuten is er een aardige mevrouw, die de deur voor ons opent en uitlegt waar alles ligt en staat. Het is hier allemaal keurig schoon en verzorgd. In de keuken staan curver-boxen met voorraad en pannen, borden en bestek. In de koelkast staat een tray met eieren en een bak tomaten en groene pepers, kaasjes, rosé en jus d'orange. En er is koffie en thee.

We gaan douchen en wassen alles wat we maar kunnen verzinnen. We hangen onze T-shirts aan hangertjes in de kastanjebomen en de rest op het rek in de zon. Terwijl wij op het bankje of op stoelen bijkomen, is de was zo droog in de zon en de wind. We zijn hier de enige pelgrims en we genieten van de rust en de vogels (waarvan er een op L haar boek poept) en van het uitzicht. We eten een blik linzen met worst, lekker gemaakt met ui, knoflook, groene pepers en uit onze eigen voorraad: chili-con-carne kruiden. Daarbij een tomatensalade en een glas rosé. Daarna nog een kop thee en meer rosé. Als de muggen vervelend worden, trekken we ons terug in de feestzaal, waar we de 2 stevigste bedden (van de 6) hebben uitgezocht. Ook 's nachts worden we belaagd door muggen.

Nog even een detail over de overnachting: dezelfde mevrouw die de deur voor ons geopend heeft, zet hem om 8 uur ook weer op slot. Zodat, als we de deur sluiten, om naar bed te gaan, we alleen nog via de nooddeuren naar buiten kunnen. Als we die achter ons dicht doen, kunnen we er dus niet meer in!








Hagetmau

dag 100  /  vrij. 7 sept.

De mannen zijn al voor 7 uur de deur uit, dus als we opstaan hebben we het rijk alleen. Wij lopen pas om kwart voor 9 de deur uit en gaan eerst naar de bakker voor brood en zoete broodjes.
We lopen weer over mooie landweggetjes en door kleine dorpjes. Vandaag zien we weer veel hagedisjes wegschieten en zodra de zon wat warmer wordt, ook weer veel vlinders in de wegbermen.We rusten ergens in het gras langs de kant van de weg. Als we verder gaan zien we bij een kerkje een picknicktafel!
Later lunchen we op een mooie, half beschaduwde plek met kort gras en mos onder een parasol-den.

Op een afstand van 2 km. zien we 3x een dode slang op de weg liggen. Het heeft 's nachts hard geregend en nu de zon schijnt, wordt het wegdek het snelst warm. Slangen zijn koudbloedig en hebben warmte nodig om te functioneren. Vandaar, maar wel jammer!

Als we in Hagetmau aankomen moeten we eerst langs een drukke weg het hele stadje door en dan linksaf naar het zwembad om de sleutel te halen, een stempel te krijgen en te betalen en dan weer terug, het centrum door en de andere kant op naar de pelgrimsherberg. Lysan is er behoorlijk boos over en sjacherijnig ( Volgen W. is ze dat altijd tegen de tijd dat we ergens aan komen!).
Als je al moe bent en je voeten en benen doen zeer, dan heb je hier echt geen zin in! Wel kost het bijna niets: 7,20 euro, maar we moeten de herberg delen met 5 anderen en het is ook lang niet zo schoon en verzorgd als we tot nu toe gewend zijn.
John en Philippe zijn er weer, plus 2 niet meer heel jonge Franse dames en er komt wat later nog een Poolse jonge man, die terug naar huis loopt.
Er zijn 2 slaapkamers, die we verdelen in een mannen en vrouwenkamer. Dit keer zijn er geen papieren overtrekken, maar de lakens en slopen zien er redelijk schoon uit en we hebben onze eigen lakenzak met sloop gelukkig. De Franse dames hebben al 2 bedden in beslag genomen en er een briefje: 'réservé' opgelegd. Er is een washok met wasmachine, droger en was-rekken. Als we gedoucht hebben en de was zit in de wasmachine gaan we op ons bed liggen en proberen te rusten, maar dat valt niet mee met al het voorbij rijdende verkeer en de garage aan de overkant, waar gelast wordt. Als de Franse dames binnenkomen, staan we maar weer op.

Een van de dames heeft erge uitslag op haar enkels en is naar de dokter geweest. Ze heeft een zak vol medicijnen gekregen en de raad om naar huis terug te gaan.
Wij gaan het dorp in om wat te eten te kopen. We hebben geen zin om in het primitieve keukentje te gaan koken, maar ook niet om uit eten te gaan. Bij de slager kopen we elk een kleine quiche-loraine en elk 2 salades, bij de groenteboer elk 1 grote nectarine en bij de bar/tabac een fles wijn. Ook kopen we nog 2 grote flessen water, want het kraanwater smaakt hier naar zwavel! We lopen terug naar de refuge, zetten het water in de koelkast, nemen messen, lepels, vorken en glazen mee en eten op een bankje bij de kerk met uitzicht op een mooi pleintje. We zitten daar heerlijk in het avondzonnetje, totdat zwermen muggetjes tot de aanval over gaan. De nectarines bewaren we nog even. We drinken  thee en gaan naar bed.
's Nachts hebben we allebei last van onze spieren en van muggen die in de slaapkamer zitten.




Saint-Sever

dag 99  / do. 6 sept.

Eindelijk hebben we allebei weer eens goed geslapen!
We ontbijten met restjes uit de voorraad: elk 2 dunne rijstwafels, een gekookt eitje, koffie en thee. Om kwart over 8 trekken we de deur achter ons dicht en gaan op pad. In de supermarkt waar we langs lopen, scoren we brood en croissants. De medewerkers maken ons duidelijk dat we niet naar binnen hadden gemogen met onze rugzakken op, maar wij weigeren onze rugzakken af te doen. L. blijft bij de kassa staan en W loopt naar de broodafdeling, achtervolgd door een medewerker, die haar nauwlettend in het oog houdt. Terwijl we langs een drukke weg de stad uit lopen, eten we de croissantjes op.

Het is vandaag bewolkt, maar behoorlijk warm. Pas na ongeveer 3 km kunnen we de drukke, saaie weg langs bedrijventerreinen, verlaten. Ergens zien we een eekhoorn de drukke weg oversteken.
 Pffff, hij heeft het gelukkig gehaald.

Eindelijk lopen we onder een weg door het platteland in: Eikenbos, maisvelden, tamme kastanjes en kleine gehuchtjes met vakwerkhuizen. Later lopen we weer langs heide, varens en grove dennen. Het is hier nog steeds Les Landes!
In Benquet drinken we een dubbele espresso en rusten even uit. Als we via een bijna onzichtbaar pad door hoog gras naar een smal weggetje worden geleid, zien we een pikzwarte lucht aan komen. We doen de hoezen om onze rugzakken en alvast onze cape's aan en dan barst het los. We duiken het kerkje van Sainte-Eulalie in, waarvan het portaal op instorten staat, en blijven daar tot de ergste bui voorbij is. W. is zolang op een houten kerkbank gaan liggen en komt bijna niet meer overeind. De zon breekt weer door en overal stijgt damp op. We lopen langs en over de rivier de L'Adour en denken dat we er al zijn. Maar nee hoor, we moeten nog een hoge heuvel op sjouwen en daar achter, bovenop ligt het mooie, oude stadje Saint-Sever.
Als we bij de Information om een stempel en de weg vragen, begint het weer te stortregenen. L. kan niet meer op haar benen staan, dus loopt er toch maar doorheen om zo snel mogelijk in de refuge te zijn. Er stromen hele beken door de straten, maar we zijn nu toch al nat.
De herberg is niet ver meer en in een mooi, oud kloostercomplex gesitueerd. Het grootste deel van het klooster is nu museum en expositie ruimte.
Als we binnenkomen zit John op de bank muziek te luisteren en is  Philippe boven bezig. Beneden is een grote ruimte met eettafel en bank en een keuken met o.a. een wasmachine en grote droogrekken. Verder 2 badkamers en 2  toiletten. Boven zijn 2 slaapkamers met elk 2 stapelbedden. De mannen hebben de ene slaapkamer en wij nemen de andere. Als we gedoucht hebben, de was zit in de machine en we hebben ons bed klaar gelegd, gaan we eerst eens een hele tijd uitrusten. Wanda heeft koffie gemaakt en neemt die mee naar boven. Hé, hé, we hebben het weer gehaald!

Later lopen we nog even het stadje in om rond te kijken en boodschappen te doen.
We nemen een kijkje bij de Marie, waar een trouwerij bezig is en bij de aangrenzende kerk, die bijna op instorten staat. We doen boodschappen voor het avond eten en voor morgen het ontbijt en de lunch. We eten witlofsalade met olijven, pasta met merquez-worstjes en toe meloen.
De mannen zijn uit eten geweest en komen nog even kletsen. Philippe gaat om kwart over 9 naar bed en John is nog met zijn wasgoed bezig. Hij heeft al zijn nog natte kleding in de hal op de grond uitgespreid, omdat hij vind dat het op de was-rekken niet snel genoeg droogt. Volgens hem zal het nu sneller gaan.
Hylke moest weer via Wanda haar telefoon bellen, want Lysan heeft steeds geen bereik op haar mobieltje. Opladen lukt ook niet meer. Pas nadat ze hem helemaal heeft uitgeschakeld, laad hij weer op. Dan gaat L. ook naar bed. Iedereen is dan al in diepe rust.