vrijdag 14 september 2018

Abbaye St. Martin du Rivet











dag  93 /  vrij 31 aug

We staan om 7 uur op en ontbijten bij onze gastvrouw in de keuken. Ze vraagt ons heel zacht te praten, want haar kleinzoon slaapt nog. We krijgen nog een zak snoeptomaatjes mee voor onderweg, nemen afscheid en gaan op stap.

De zon komt net boven de heuvels uit. Het is nog lekker koel.
Vlak voor La Reole zien we een Netto, waar we brood, beleg en fruit kopen voor de lunch.
Voor half 10 lopen we La Reole al in en ja, we gaan ook weer even de Mairie in. Zo langzamerhand hoef ik de reden niet meer te noemen!
Aan de overkant van de spoorlijn en de brede rivier La Garonne, die bij Bordeaux in zee uitmond, volgen we de route in westelijke richting naar Floudes. Daar houden we pauze in een bushokje, waar we wat fruit eten en water drinken.

Voorbij het gehucht Bassanne is bij een sluis een echt café/restaurant met terras. Het ziet er gezellig uit, dus daar ploffen we neer en bestellen koffie. Er loopt een fietspad/wandelpad langs het kanaal en het wordt steeds drukker op ons terras. Bij onze koffie krijgen we een heerlijke plak cake en een kan ijskoud water. De vriendelijke uitbaatster vraagt 1,50 p.p.

We zijn al snel in Pondaurat. Een uitgestorven plaats waar geen refuge (pelgrimsherberg) meer is. Als we er uit lopen zien we dat de entree vanaf de andere kant mooier is: een oude brug die naar het stadje loopt, over een waterval. Er vlakbij is ook nog een oude watermolen met een grote tuin waar beekjes doorlopen.
Het duurt lang voordat we over de snelweg heen zijn en de herrie daarvan achter ons hebben gelaten.
Als we dichtbij Savignac zijn gaan we eerst eens uitgebreid picknicken. We doen onze schoenen en sokken uit en gebruiken onze rugzak als rugsteun.
Vanaf Savignac lopen we in de berm of langs de rand van drukke wegen. Iedereen rijdt hier hard en voetgangers moeten zichzelf maar zien te redden. Bij het gehucht Brannens wordt het wat rustiger, maar het valt nog vies tegen hoe lang het nog duurt voor we bij ons onderdak voor de nacht zijn: Abbeye du Rivet.

De gastenzuster wijst ons onze 2 pers. kamer, met 2 bedden een wastafel en douche. Het toilet is 3 deuren verder, op de gang. De Franse Belg, met zijn ontstoken scheenbeen, heeft de kamer naast ons en de 2 Luxemburgers die we onderweg bij Pondaurat zagen, zijn hier ook gearriveerd. Een ervan heeft ook een ontstoken scheenbeen en loopt nog manker dan onze Belg, maar hij wil kostte wat het kostte door. Onze Belg gaat morgen naar huis. We installeren ons, douchen wassen onze kleding en rusten even uit. Om kwart voor 6 gaan we naar de vespers in het mooie kleine kerkje. Er zijn een stuk of 15 religieuzen en 1 ervan zingt als een engel. Een touw sluit een deel van de kerkzaal af, zodat we ver bij de nonnen vandaan zitten en niet goed kunnen horen wat er gezegd wordt. We begrijpen daardoor weinig, maar de dienst duurt niet lang. We wandelen nog wat door de tuinen, maken foto's en gaan om 7 uur naar de gasteneetzaal. Er zijn veel gasten, o.a. een muziekgroep met jonge mensen en kinderen. We eten pompoensoep, een stukje meloen, gegratineerde aardappelen met sla, een stukje kaas of een toetje en fruit.

Daarna haast de gastenzuster zich ergens heen en een aantal gasten gaat achter haar aan. Wij denken: om te betalen, maar de non loopt ergens naar binnen en sluit de deur achter zich en de anderen lopen weer het kleine kerkje in. Wij gaan dit keer niet mee. Wanda wil nog even van de avondzon genieten en Lysan verwacht een telefoontje van Hylke. Als de Gastenzuster terug is, betalen we en mogen we zelf een stempel in ons paspoort zetten. Zij verteld ons hoe we morgen moeten lopen: Auros links laten liggen en de weg van St. Germaine volgen. Dat scheelt weer een paar km!
We drinken nog een kopje thee of oploskoffie en gaan naar onze kamers. Het is doodstil en aardedonker. We zijn allebei een soort prinses op de erwt en voelen de veren in onze binnenveer-matrassen. We slapen slecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten