dinsdag 20 augustus 2013

zondag 11 augustus / Monmort-Lucy

dag 44

Om half 8 zitten we aan het ontbijt: in stukken gesneden stokbrood, jam, boter, koffie, melk en sinaasappelsap. Normaal, voor Franse begrippen en de rekening van het hotel (Colbert) valt mee: 60,67 euro voor twee personen.
Via het centrum van Epernay lopen we naar de dorpjes Pierry, Moussy en naar het kerkje van Chavot, waar net een kerkdienst gaat beginnen. Jammer genoeg kunnen we er niet blijven, want dan komt ons schema in de knel.

Als we voorbij Morangis in de schaduw zitten te picknicken ontmoeten we onze eerste medepelgrim: een jonge Vlaamse vrouw, die alleen, ook in etappes, op weg naar Santiago is. Ze is dit voorjaar nog aan haar knie geopereerd en is nu al weer vol goede moed op pad.
Wij blijven nog even zitten en lopen later iets anders dan het route-boekje aangeeft: We gaan de eeuwig zingende bossen, waarin iedereen lijkt te verdwalen, pas in bij het boswachtershuis. Daar vandaan loopt een breed bospad regelrecht op het meer (etang) af. Geen mogelijkheid om fout te lopen. Bij het meer staat een lekkere frisse wind, dus we pauzeren er even en genieten van de vele vlinders en libellen.

Nu volgen we de pelgrimsroute weer en lopen via modderige bospaden naar kasteel Charmoye en vandaar weer verder naar Montmort-Lucy. Zoals gewoonlijk zit het venijn weer in de staart. Het laatste stukje moeten we flink klimmen. Bij het kasteel spreken een paar mensen ons aan in het Frans. Het blijken Nederlanders te zijn. Vooral zij is geïnteresseerd in onze pelgrimsreis en als we later wat fris zitten te drinken op het enige terrasje in Montmort komt ze nog even wat informatie vragen over de tocht naar Santiago.
We bellen ons adres voor vannacht en worden opgehaald in een oude auto door een keihard rijdend, broodmager meisje, dat ons naar de boerderij: Les 4 Etangs, brengt.
We slapen in het woonhuis, boven. Alles is in aanbouw, overal liggen planken en plinten en de douche op de gang kan niet op slot en heeft ook geen haken om iets op te hangen. Er is wel een kruk waar je je kleren op kunt leggen en die je dan met kleren en al voor de deur kunt schuiven.
De kamer is groot en er liggen schone onderlakens en kussens met schone slopen op de bedden en we slapen in onze eigen slaapzakken. Waar we ons wel ongerust over maken is het aanhoudend gezoem van een wespen- of bijen-colonie voor ons slaapkamerraam. Als het schemerig word, blijken de beesten ook te zijn gaan slapen, dus het valt mee.

We douchen, doen onze wasjes en wachten op de maaltijd. Het gekke meisje klopt aan onze slaapkamerdeur om ons te roepen voor het eten en gooit hem meteen wijd open. Ze heeft een oude, smerige badjas over haar kleren aangetrokken. We eten buiten en ze heeft het blijkbaar koud.
Eline en Lysan krijgen een couscoussalade met stokbrood, een flink stuk gegrilde kip met sla en daarna nog de pasta die erbij hoorde, maar was vergeten. Als toetje clafoutis en koffie. Allemaal goed klaargemaakt en lekker.
Als we de kip op hebben maar de rest van het eten nog niet, worden de botten van ons bord afgegraaid en aan de hond en de kat gegeven, zowel door het gekke meisje, als door de vader. De vader, die almaar opspringt en rond loopt, de moeder en het meisje eten allemaal iets anders. Het meisje eet een soort zachtgekookte prutteltjes en de ouders zo te zien restjes van andere dagen.

In de badkamer zoemt een groot donker beest. Als Lysan voor het slapen gaan van beneden, waar de wc is, komt, zoemt het door de gang, botst tegen de muren en valt steeds op de grond. L. is bang dat ze er 's nachts op trapt. Ze gooit een losse plank over het beest, gaat er op staan en laat alles zo liggen als het ligt.
's Morgens is de plank weg, maar het platte beest ligt er nog!
Lysan heeft moeite met inslapen en Eline is al heel vroeg wakker. Zo lossen we elkaar af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten