donderdag 22 augustus 2013

Woensdag 14 augustus / Allemanche

dag 47

Om 7 uur staat het ontbijt klaar, maar inpakken kan daarna. De zusters hebben, voor Franse begrippen, veel klaargezet: er staan 3 soorten kaas op tafel, vers stokbrood, boter, jam, sinaasappelsap, een thermoskan koffie en melk. De zusters spreken ons in het Duits en Frans aan en Lysan raakt hiervan zo in de war, dat ze in het Duits, Frans en Engels door elkaar terug praat. Ze spreekt dus Europees!
Na het ontbijt pakken we onze tassen in, nemen afscheid en gaan op pad.

We lopen nog even langs de mooie markthal en kopen bij de bakker een gesneden meergranenbrood en twee zoete broodjes. Voorraad voor twee dagen, want morgen is het weer eens een feestdag: Maria Hemelvaart, dus er is waarschijnlijk weer niets open.
We nemen de weg naar Vindey, Vin de Dieu volgens de nonnetjes. Het is een smalle rustige weg, die in het centrum van Vindey weer op de route uitkomt. We bewonderen de champagnefles, een prachtige oude, overdekte put, waar nog water in staat en we rusten even uit.
Dan gaan we naar Saudoy, waar een restaurant zou moeten zijn. Dat is er ook wel, maar zo als steeds gesloten. Het kerkje is ook dicht, maar we gaan even in de schaduw op een bankje zitten en eten een zoet broodje. We zien dat de Mairie open gaat en Lysan gaat daar, met toestemming van degene die de deur geopend heeft, even naar het toilet. Als we opstaan om te vertrekken, komen de Vlaamse dames er net aan.
Zij lossen ons af op het bankje.
Als we het dorpje uit lopen, hangt er een dikke tak met een klein soort pruimen over de weg. We plukken elk een handvol heerlijke rijpe, zoete, donkerblauwe pruimen en stoppen die in onze zak of heuptas.
Op weg naar de spoorlijn vliegt een groep van 6 patrijzen vlak voor ons omhoog. Later zien we nog een paar keer patrijzen opvliegen.
De Vlaamse dames halen ons weer in. Hun tempo ligt duidelijk hoger dan dat van ons, maar ook zij rusten zo nu en dan uit in de schaduw van een boom of struik. Het is namelijk behoorlijk warm en er is heel weinig schaduw.
 Langs het talud van de spoorlijn, die trouwens niet meer gebruikt wordt, staan veel sleedoornstruiken met kleine blauwgroene sleedoornpruimen. Ze zijn pas rijp na de eerste nachtvorst en niet voor gewone consumptie geschikt, maar wel lekker als jam of chutney. Er staan ook veel wilde kersenbomen met kleine, zoete, donkerrode kersen, waarvan we er ook een paar keer wat plukken. De bossen en bosranden staan er vol mee en vossen en dassen eten er flink van (van wat er op de grond valt), dat zie je aan hun uitwerpselen, die vol pitjes van de kersen zitten. Verder groeien hier hier ook veel bramen. Het is vandaag een fruitdagje!

We komen verschillende mensen tegen, die verbaasd vragen waar we vandaan komen, waar we heen gaan en hoe zwaar onze rugzakken zijn. Vlak voor de spoorwegovergang bij het moeras, houden we een lange pauze in de schaduw. Er staat een flink windje en Lysan krijgt het op een gegeven moment zelfs koud. Als ze in de zon verder lopen raakt ze ook weer snel verhit.
We zien vandaag 1 levend hert, 2 levende en 1 dode hagedis, 1 dode hazelworm en 1 dood vogeltje.
Er staan overal bakken met water en tafeltjes. We horen later dat dat is, om met water en voer patrijzen te lokken en ze zo gemakkelijk te kunnen schieten.
Het stuk van onze middagpauze tot aan ons overnachtingsadres, valt nog flink tegen. Het is gloeiend heet, onze watervoorraad van elk 2 liter water raakt op en we beginnen behoorlijk vermoeid te raken. We lopen een groot deel van de dag door vrij hoog gras en dat loopt niet prettig. Eindelijk komt Allemanche in zicht en dan ook al gauw ons pelgrimsadres. Als we arriveren zitten de Vlaamse dames, Louise en Martine, al op het tuinmeubilair onder de appelboom met een glas fris. Onze host, mevrouw Anne Maclin, houdt het gesprek gaande en weet iedereen te vermaken. Haar dochter en kleinkind, een jochie van nét 1 jaar oud, zijn op bezoek en op een gegeven moment zijn zowel de dochter, als Anne met de auto en op de fiets vertrokken en worden wij geacht op het kind te passen. Het is geen moeilijk jochie en Martine en Eline nemen de honneurs waar.
We doen onze was bij die van Louise en Martine en wachten op de dingen die komen gaan. Het wordt al aardig fris buiten, als de heer des huizes, Alain Maclin, vuil en met een grote snee in zijn arm, thuis komt. Zijn vrouw en dochter zijn er dan ook weer. Even later komt hij gedoucht,  in schone kleren en met z'n arm netjes verbonden, met een fles Ratafia-de-Champagne naar buiten. Wie dat wil, krijgt een klein glaasje van het spul, dat gemaakt wordt van de droesem van champagne, als aperitief. Daarbij wat smeerkaasblokjes. Ik vind het erg lekker, maar ik denk dat je er niet te veel van moet drinken, want het is behoorlijk zoet.

De was is klaar en die hangen we met elkaar aan de lijn achter in de tuin en dan kunnen we eten.
We eten vooraf een stuk meloen, dan koude vis, zalm en een ander soort net als in Baye met zelfgemaakte mayonaise, tomaat en brood en daarbij water. Toe een grote schaal gemengd fruit uit de tuin: bramen, frambozen, aalbessen en bosbessen. We lachen en kletsen wat af in het Frans, Engels en Nederlands. Ons Frans wordt steeds verbeterd door Anne, onze gastvrouw. Als we iets niet helemaal goed uit spreken, verbetert ze ons en zegt iedere keer: Parlez ton Francais! Die houden we er in, de rest van de reis!
We krijgen koffie toe, halen de was binnen en gaan naar onze kamers. Nog even bellen met het thuisfront en dan naar bed.
Het is pikkedonker om en in het huis en er heerst een diepe stilte. 's Nachts doet L het raam wat verder dicht, vanwege de kou.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten