woensdag 27 april 2016

La Petit Preugne (St. Jeanvrin)

dag 69  /  vrijdag 15 april

We hebben alle twee prima geslapen en zijn beiden aangekleed, als Paul in pyjama en ochtendjas om 8 uur onze pelgrimspaspoorten komt brengen en het overnachtings-geld komt innen.
Hij wenst ons smakelijk eten en vertrekt weer.

We ontbijten met brood en rijstwafels, gekookt ei, chocopasta en smeerkaas en daarbij koffie en thee.
Om 9 uur verschijnt Paul weer in pyjama met zijn fototoestel om ons te vereeuwigen.
Onze kleren zijn nog niet helemaal droog: de broeken hebben we aan, de rest hangen we aan onze rugzakken.
 Paul wijst ons de snelste weg om weer op de route te komen. Als we al zo'n 10 min. onderweg zijn komt hij ons achterna in zijn oude autootje (nog steeds in pyjama en ochtendjas). Lysan had haar heuptasje met haar geld en mobieltje en paspoort, in de keuken laten liggen!
 Alzheimer light?

Het is heerlijk weer en we genieten van het mooie landschap en de ontluikende natuur.
We horen de hop roepen en zien er uiteindelijk ook een.

We komen al gauw bij de watermolen, waar een doorwaadbare plek door de beek is. Het water staat zo hoog dat we dat maar niet proberen. Er is gelukkig ook een soort bruggetje van balken!
Het landschap lijkt erg op Zuid-Limburg, waar Prunel net is geweest. Het is alleen veel rustiger.
Geen auto's, brommers en zelfs geen andere wandelaars.
Veel beken, riviertjes en diverse bruggetjes. Overal bloeien sleutelbloemen, en de bossen kleuren blauw van de wilde hyacinten.
De paden zijn wel erg modderig, maar onze voeten blijven redelijk droog.

We lopen recht op het mooie kerkje van Le Puyferand af en komen daarna Le Châtelet binnen.
 De bakker en de slager zijn dicht, maar we kunnen koffie krijgen in een Bar-Tabac en daar ook naar de wc. Iets te eten hebben ze niet.
 Om half 3 gaat de grote supermarkt open en daar moeten we heen om onze lunch bij elkaar te scharrelen.
We kopen lekker bruin brood, salami, kaas, aardbeien en mandarijnen.

Om 3 uur vinden we een bankje , waar we onze lunch nuttigen.
Het is inmiddels bewolkt  en er valt wat regen, maar dat is gelukkig weer snel voorbij.
We lopen verder langs een kasteel en door kleine gehuchtjes.
 Er komt ons een auto tegemoet. De bestuurder draait zijn raampje open en vraagt of wij de twee pelgrims zijn die bij hem komen logeren en legt uit hoe we naar zijn huis in Le Petit Preugne moeten lopen. Even later komt hij weer langs en roept: het huis met de blauwe deur!

In een van de mini dorpjes springt een hond (een beagle) over het hek en rent blaffend om ons heen. We vinden deze dingen niet zo leuk!
Het duurt even tot zijn baasjes hem weer onder controle hebben.

In Petit Preugne, bij de blauwe deur, worden we welkom geheten door Monique Rostaing en haar mini poedel. Haar man, Pierre, komt even later ook thuis.
Monique is een gezellige klets en praat honderd uit: dit is hun tweede huis, het huis waar ze alleen zomers wonen. In de winter wonen ze in de buurt van Toulon, aan de Middelandse zee, dichtbij hun zoon en kleinkind.

We worden onthaald op Cider en koekjes, gaan douchen en uitrusten. Om half 8 worden we aan tafel verwacht.
We eten eerst een koude schotel met asperges, dan spaghetti-bolognese en toe warme appeltaart. Daarbij rode wijn en water en na het eten een tisane (thee) van gedroogde tijm en honing.

Onze bedden staan klaar met schone lakens en dekbedden en we hebben de bovenverdieping voor onszelf. Wat wil een pelgrim nog meer?!

1 opmerking: